Richtlijnen voor het plaatsen van parket op vloerverwarming

• Om voldoende verwarmingscapaciteit te verkrijgen mag de warmteweerstand R van de totale parketvloer-opbouw niet groter zijn dan 0,18 m² K/W.
  
  Enkele voorbeelden (volgens DIN4108) van de warmteweerstand van enkele veelgebruikte parketsoorten:
  • Mozaïekparket eik 8mm R = 0,04 m² K/W
  • Strokenparket eik 22mm R = 0,11 m² K/W
  • Samengesteld parket 10–15mm R = 0,07 tot 0,12 m² K/W
    Bij zwevende plaatsing dient men ook de warmteweerstand van de onderlaag mee te rekenen.
    (zwevende plaatsing wordt afgeraden op vloerverwarming)
    
    
• De verwarmingsbuizen moeten bedekt zijn met een cementdekvloer van minstens 35 mm dikte.
  
• Maximaal vochtpercentage van de cementdekvloer 2%, anhydriet 0,5%. Gebruik nooit de vloerverwarming om de dekvloer geforceerd sneller te drogen. Dit kan scheuren tot gevolg hebben!
  
• De oppervlaktetemperatuur van de afgewerkte vloer mag nooit hoger worden dan 26 à 27°C.
  
• De watertemperatuur in het circuit mag nooit hoger zijn dan 55°C.
  
• Houtvochtgehalte: Meet steeds eerst het houtvochtgehalte alvorens met de plaatsing aan te vangen.
  • Mozaïekparket: 9% ±2
  • Plankenvloer naaldhout: 9% ±2
  • Plankenvloer loofhout: 9% +3; -2
  • Samengesteld parket: 7% ±2
    Parket waarvan het houtvochtgehalte zich situeert in de buurt van het maximaal toelaatbare vochtgehalte (of hoger) is te vochtig voor plaatsing op vloerverwarming. Door de felle droging, bij het opstarten van de vloerverwarming, kan sterke krimp, schotelen en mogelijk loskomen van de lijmverbinding optreden! Naadvorming is echter niet te vermijden. Men kan dit wel enigszins beperken door te kiezen voor stabielere houtsoorten en bij voorkeur te verlijmen met Devo Glue PU 500 2C.
    
    
• Voorverwarmen voor plaatsing volgens de volgende methode: na het uitharden van de dekvloer (chape vloer) moet de verwarming minstens 14 dagen draaien op een temperatuur, half zo hoog als de latere bedrijfstemperatuur. Halverwege deze periode moet de verwarming minstens 2 dagen op latere bedrijfstemperatuur maximale capaciteit worden gezet. 1 tot 2 dagen voor het plaatsen van het parket moet de verwarming worden uitgeschakeld of, naargelang de buitentemperatuur, worden verlaagd zodat de oppervlaktetemperatuur van de dekvloer niet hoger is dan 18°C. 24 uren na het beëindigen van de plaatsing kan de temperatuur elke dag met max. 1 tot 2°C worden verhoogd.
  
• Voor de verlijming adviseren wij Devo Glue PU 500 2C. Deze lijm is beter bestand tegen temperatuurschommelingen en hoge trekspanningen. Bij twijfel over de mechanische karakteristieken van de cementdekvloer kan men Devo Primer PA400 of Devo Primer Express PU plaatsen als voorstrijk. Deze behandeling zorgt voor een binding van het stof, en een betere hechting en compactheid.
  
• Let er op dat tijdens het stookseizoen de temperatuur van de verwarming en de vloer zo constant mogelijk blijft, anders kan het hout krimpen, zwellen of scheuren.
  
• Lees ook de richtlijnen voor plaatsing van parket op cementdekvloeren.
  
  

Nota

• Zoals in elke woning waar een parketvloer ligt is het stabiel houden van de relatieve luchtvochtigheid (RLV) tussen 40 en 70% zeer belangrijk om schade te voorkomen.
• Voor het juiste gebruik van specifieke hier beschreven producten wordt verwezen naar de betreffende technische fiche.
• De hier beschreven informatie is gebaseerd op onze jarenlange ervaring en onderzoek, en bedoeld ter technische ondersteuning van onze geachte klanten. Daar de wijze van toepassing door ons niet kan worden gecontroleerd of beïnvloed, kan op grond van deze gegevens geen aansprakelijkheid worden aanvaard.
• Onze productgarantie dekt enkel de kwaliteit van onze producten, de correcte toepassing ervan behoort tot de verantwoordelijkheid van de gebruiker. Gelieve voor specifieke toepassingen steeds advies in te winnen bij onze technisch adviseurs.